Hoe belangrijk is de samenstelling van een Broodfonds?
Bijgewerkt op: 5 jun. 2020
Eigenlijk vraag je dan: moeten we beroepen of leeftijden met veel risico’s uitsluiten? Nee. In de praktijk zien wij dat mensen met zogenaamd risicovolle beroepen of mensen die ouder zijn, zich niet vaker ziekmelden. De meeste arbeidsongeschiktheidsmeldingen zijn ziektes en ongevallen die ons allen kunnen overkomen.

Het Broodfonds sluit geen beroepen uit. Verzekeraars bekijken wel alle beroepsgroepen in termen van risico’s en sluiten sommigen uit of leggen een hoge premie op. Broodfondsen kijken naar de ondernemer, die ze zelfs kennen. Het selecteren op of uitsluiten van een beroepsgroep als bouwvakkers is niet nodig. Ondernemers in zogenaamd zware beroepen kennen de risico’s en zijn meer dan gemiddeld getraind op hun eigen en andermans veiligheid. Ze waren in Broodfondsen afgelopen tien jaar niet vaker ziek dan mensen met andere beroepen.
Uitgangspunt is dat ondernemers doen wat ze goed kunnen en regelen wat ze nodig hebben om hun werk te doen.
In een Broodfonds bekijken we elkaar daarom -in tegenstelling tot verzekeraars- niet in termen van risico’s maar kijken we naar ons ondernemerschap. Daarom kunnen ondernemers met een chronische aandoening of een handicap gewoon meedoen aan Broodfondsen.
Ik hoef niet mee te beslissen. Kan ik alleen geld overmaken?
Dat kan niet. Een Broodfonds is geen afstandelijke verzekering. Het belangrijkst is de onderlinge samenhang van de leden: dat je de mensen in je eigen Broodfonds kent en vertrouwt of daartoe bereid bent. In een goedlopend Broodfonds komt iedereen minimaal eens per jaar naar de ALV en rouleren de taken. Je neemt met zijn allen besluiten waar iedereen achter kan staan en hebt zo het vermogen om ook makkelijker samen vraagstukken op te lossen. Als je echt geen tijd kunt vinden om één keer per jaar met elkaar mee te denken, dan is een Broodfonds zeker geen goede oplossing voor je.